EDI

De EDI (afkorting van Electronic Data Interchange) functie is een aanvulling op de functies van de Prodin Business Connector en is specifiek geschikt voor het afhandelen van het berichten verkeer conform de wereldwijd toegepaste “EDI Order-to-Pay” GS1 standaard. Voorwaarde voor het toepassen van deze methode is het verkrijgen van een GS1 certificering. PBSkan u hier desgewenst bij ondersteunen, neem indien gewenst op met uw contactpersoon bij PBS. Lees meer over de GS1 standaard op: http://www.gs1.nl/

De EDI functie van Prodin is ondersteunt de volgende berichten:

Orderbericht IN (GS1: ORDERS D96).
Orderbericht UIT (GS1: ORDERS D96).
Verzendbericht UIT (GS1: DESADV D97 en DESADV2002).
Factuurbericht UIT (GS1: INVOIC D96 en D97).

De beschikbaarheid van de EDI functie is afhankelijk van uw Prodin licentie. Voor het gebruik van het verzendbericht dient u ook de functie SSCC labels te implementeren. Prodin communiceert op basis van business connector files via StreamServe met de EDI communicatiesoftware. De EDI communicatiesoftware communiceert vervolgens weer met het EDI Service Center. Dit geldt voor zowel ingaande als uitgaande berichten. Uitgangspunt is dat bij EDI orders geen verzamelfacturering en (automatisch) kosten van toepassing zijn (dit is niet mogelijk binnen de GS1 conventie) en dat u alleen artikelen in de order kunt opnemen.

Om de EDI functie te implementeren dienen in hoofdlijn de volgende stappen te worden gevolgd:

Inrichten van het berichtenverkeer tussen uw EDI software en Prodin (dit kan alleen door medewerkers van PBSworden uitgevoerd). De inrichting stemmen wij af op uw bedrijfspecifieke situatie. Bijvoorbeeld voor het toepassen van aparte ordersoort(en) voor EDI orders (ordersoorten beheert u via kiescode 8429).
Activeer de functie EDI in de commerciële constanten (kiescode 9750).
Stel de benodigde EDI berichtsoorten in (kiescode 9753).
Voor elke vestiging registreert u het GS1 bedrijfsnummer en de GLN adrescode en de juiste mappen voor de business connector (kiescode 8116).
Per klant stelt u de benodigde EDI parameters in (kiescode 2411). Let op! Uitgangspunt bij EDI is dat altijd een factuurbericht wordt gemaakt. Alleen als u het factuurbericht bij de klant activeert kunt u in verkooporders van deze klant EDI gegevens wijzigen en EDI berichten genereren.
Bij de afleveradressen vermeld u een geldig GLN adres (kiescode 2415).
Bij de verkoopbare artikelen registreert u de "GTIN code handel". Optioneel kunt u ook de "GTIN code consumenten" registreren (kiescode 8142 tabblad "verkoop 2"). Let op! U kunt in de verkooporders met EDI alleen artikelen opnemen met een correcte GTIN code handel.

Het dagelijks gebruik van Prodin in combinatie met EDI kent de volgende procesonderdelen:

Met kiescode 3105 kunt u door StreamServe gereed gezette orderberichten inlezen. De identificatie van klanten en artikelen verloopt resp. via de GLN code en de GTIN code. code. EDI orders (bijvoorbeeld correctieorders) kunt u met kiescode 3110 invoeren en/of wijzigen. De EDI parameters overgenomen uit de stamgegevens van de klant kunt u hier ook wijzigen.
Indien bij de klant een "orderbericht UIT" is ingesteld genereert Prodin bij het afdrukken van de orderbevestiging (zowel vanuit kiescode 3110 als 3120) dit bericht.
Het pickproces is voor zowel normale orders als EDI orders gelijk.
Verzendberichten maakt u op basis van verzendingen (kiescode 3130 of 3135). Dit door het genereren van een specifiek hiervoor aangemaakt verzenddocument (onderdeel van de inrichting).
Factuurberichten maakt Prodin automatisch als u facturen genereert voor verkooporders waarbij een EDI factuurbericht is geregistreerd. Om een EDI correctiefactuur te maken kunt u via kiescode 3110 een nieuwe order aanmaken met de gewenste creditering en deze via de gangbare procedure af te werken. Meer over het business proces facturering ...
Controle welke berichten door Prodin en de EDI communicatiesoftware zijn verstuurt en ontvangen is mogelijk door het controleren van de ingestelde mappen in de ordersoorten en in de EDI communicatiesoftware zelf.